Een qua toetsing bewogen decennium is afgesloten

Met de start van 2020 sluiten we alweer een decennium af. Een decennium waarin qua toetsing veel is gebeurd. Op 10 juli 2010 publiceerde de Volkskrant dat een hogeschool 250 studenten ongeoorloofd aan een diploma had geholpen. Hiermee gooide de Volkskrant een enorm rotsblok in de toetsvijver van het hoger beroepsonderwijs. Het water klotste aan alle kanten met grote golven over de rand. Het was de oorzaak van verschillende onderzoeken en publicaties. Een van de belangrijkste publicaties was die van de Vereniging Hogescholen (toen nog HBO raad geheten) van de Commissie Bruijn (2012) ‘Vreemde ogen dwingen. Eindrapport Commissie externe validering examenkwaliteit hoger beroepsonderwijs’. Daarnaast verschenen verschillende publicaties van de Inspectie van het Onderwijs en verscheen in 2013 als concretisering van een aanbeveling uit ‘Vreemde ogen dwingen’ het voorstel ‘Verantwoord toetsen en beslissen in het hoger beroepsonderwijs; een voorstel voor een programma van eisen voor een basis- en seniorkwalificatie examinering (BKE/SKE)’. Het was de start voor het hbo om nadrukkelijk en breed aandacht te besteden aan de kwaliteit van haar toetsing en de toetsbekwaamheid van docenten in het bijzonder. Naar aanleiding van het voorstel werd duidelijk meer aandacht besteed aan de ontwikkelcyclus om te komen tot kwalitatief goede toetsen, de zogeheten Toetscyclus.

 

Aan het begin van het afgelopen decennia werd de kwaliteitspiramide voor eigentoets toetsen en beoordelen ontwikkeld (Joosten-ten Brinke, 2011; Sluijsmans, Peeters, Jakobs & Weijzen, 2012) De toetscyclus en de kwaliteitspiramide zijn de basis gaan vormen voor aandacht voor kwalitatieve toetsing in brede zin. Niet alleen binnen het hbo, maar ook binnen andere onderwijssectoren en in de private sector.

 

In 2007 schreven Hattie en Timperley hun veel geciteerde artikel ‘The power of feedback’ waarin de kracht van het geven van feedback, feed-up en feed-forward wordt beschreven ten behoeve van het leren van studenten. Niet alleen Hattie en Timperley benadrukten de kracht van feedback, ook Dylan William benadrukte de kracht van formatieve toetsing binnen het onderwijs en het leren van studenten in verschillende boeken en artikelen. Zijn naar het Nederlands vertaalde boek ‘Cijfers geven werkt niet’ (2013) biedt vooral voor het voortgezet onderwijs (vo) veel concrete handvatten om formatief toetsen (of formatief handelen of werken) binnen het onderwijs mogelijk te maken. Voor Dominique Sluijsmans en Rene Kneyber was de kracht van formatief handelen aanleiding om hun boek daarover zelfs ‘Toetsrevolutie’ te noemen. Het boek dat in 2016 verscheen was gericht op formatief handelen in het vo (‘Naar een feedbackcultuur in het voortgezet onderwijs’). In 2018 verscheen het ‘Toetsrevolutie. Naar een feedbackcultuur in het hoger onderwijs’. De titel ‘Toetsrevolutie’ is een knipoog naar het boek ‘Vijven en zessen’ van Adriaan de Groot (1966) dat een pamflet was tegen de dan geldende wijze van selectie van leerlingen, waarbij klassenjustitie gemeengoed was in plaats van een objectieve beoordeling. Het was toen de opmaat voor het brede gebruik van gestandaardiseerd toetsen in de vorm van de multiple choice toets. Formatief handelen, ontwikkelingsgerichte leren en ook programmatisch toetsen zijn in het afgelopen decennium nadrukkelijk op de kaart gezet.

 

2016 was ook het jaar dat een geheel nieuw ontwikkelde masteropleiding Toetsdeskundige van start ging binnen Fontys. De opleiding voorzag in een behoefte om master Toetsdeskundigen op te leiden in een tweejarige deeltijdopleiding. Inmiddels is het vierde cohort in september 2019 van start gegaan.

Binnen het mbo wordt vanaf 1 augustus 2018 gebruikt gemaakt van gevalideerde exameninstrumenten die zijn beoordeeld door gecertificeerde autoriteiten. Ook hier waren toetstechnische kwalitatieve aspecten aanleiding om tot gevalideerde exameninstrumenten te komen.

 

Binnen het basisonderwijs is formatief evalueren ook onderdeel van het onderwijs. Daarnaast is in het afgelopen decennium gerealiseerd dat een basisschool voor de verplichte eindtoets kan kiezen uit een van de vijf beschikbare eindtoetsen om als tweede gegeven naast het schooladvies (eerste gegeven) een advies over een leerling voor de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs, uit te brengen. Naast de bekende Cito-toets die door het Ministerie van OCW wordt aangeboden, zijn er toetsen van Bureau ICE, AMN, A-Vision en Diataal.

 

Binnen het wetenschappelijk onderwijs (wo) lijkt op toetsgebied weinig veranderd te zijn. Het rapport van de Onderwijsraad (2018) ‘Toets wijzer. Naar een eigen(tijdse) wijze van toetsen en examineren’, adviseert het wo om te kijken naar de wijze waarop het hbo de kwaliteit van toetsing inhoud geeft. Vanuit de medische faculteit Maastricht wordt gebruik gemaakt van programmatisch toetsen (Van der Vleuten, 2012). Deze manier van toetsing (eigenlijk zelfs didactiek) krijgt binnen en buiten het wo nadrukkelijk brede aandacht. Via deze link is een fraai en makkelijk leesbaar overzichtsartikel te vinden hierover met verschillende artikelen van Cees van de Vleuten.

 

De aandacht vanuit verschillende onderwijssectoren voor de kwaliteit van toetsing is de private toetswereld met verschillende examenbureaus en afname-organisaties niet ontgaan. Ook daar wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de kwaliteit van toetsing. Steeds meer examenorganisaties lieten hun examens onder toezicht van Stichting Examenkamer plaatsen.

 

Wat 2020 ons zal brengen op het gebied van nieuwe ontwikkelingen op toetsgebied is niet goed te voorzien. Aandacht voor toetskwaliteit zal blijvend zijn. Andere vormen om bekwaamheden te beoordelen, naast cijfers, zullen meer toegepast gaan worden. De formatieve functie van toetsen en programmatisch toetsen zullen zeker meer aandacht gaan krijgen.